Sven en Kristof maken een rondreis door het Zuidwesten van de Verenigde Staten van 3 weken.

woensdag, juli 12, 2006

Dag 2 - 8 juli [Las Vegas – Springdale]

Zaterdagmorgend om 7u stond onze wekker voor onze eerste echte trip van het verlof. Van Vegas richting Springdale, een dorpje aan de voet van Zion National Park. Na enig oponthoud, omdat iemand (lees “Weyns”) zen CD’s vergeten was en we dus terug moesten waren we om 7u30 eindelijk op weg.

Eerst via Henderson richting de Hooverdam. Een indrukwekkend bouwwerk, hadden we vanuit de vlieger af gezien. Er waren werken bezig, waarschijnlijk om een groot viaduct over de kloof te maken. Wij zouden het nooit gedurfd hebben, zo’n 100m hoog in een bakje aan een kabel om werken te doen, het zijn zotten. Onze auto konden we enkel kwijt in een ruime parking die ons 7 dollar koste. Bij het buitenkomen voelden we direct de hitte die op ons af kwam.

Met de bouw van de Hooverdam is Lake Mead onstaan. We namen een Scenic Byway die ons langs Lake Mead voerde richting Valley of Fire State Park. Onderweg stopten we enkele keren om een paar foto’s van het helderblauwe water met de steile kliffen op de achtergrond te maken. Na een tijdje passeerden we een natuurlijke bron, Roger’s Springs. Temidden van een woestijnlandschap ineens grote palmbomen met een meertje. We besloten eens een kijkje te gaan nemen. Blijkbaar was het niet aan te raden een plonsje te wagen, met een bordje “Don’t let the water get to your nose” werden we wel gewaarschuwd.

Uiteindelijk kwamen we aan bij ons eerste park, Valley of Fire, geen nationaal maar een staatspark. Bij de ingang stond niemand om geld te ontvangen, we moesten 6$ in een enveloppe steken en onze nummerplaat erop noteren. We reden direct door tot de laatste bezienswaardigheid van het park, The Beehives. De naam danken deze rode rotsen aan hun vorm. Het lijken enorme bijenkorven. Onmiddellijk werden we aangesproken door een Amerikaan. Het bleek een Brusselaar te zijn die al 49 jaar in Vegas woonde. Natuurlijk kon Tommeke Boonen niet ontbreken in ons gesprek.

Via een korte stop aan Atlatl Rock, een rots met tekeningen (ondertussen ook al een paar van nog niet zo lang geleden) reden we naar het Visitor Center op zoek naar iets te drinken, natuurlijk was het geen winkel en dus ook niets te vinden. Dan toch nog even een kort ritje naar Mouse’s Tank waar we onze eerste trail deden. Zo’n kilometer door een smalle canyon met losse zand. Jammer dat we onze wandelschoenen niet aangedaan hadden, ze konden van pas komen. Na enkele liters zweet daar gelaten te hebben moesten we dringend op zoek naar iets te drinken. Ongeveer 20 kilometer verder kwamen we bij Overton, een klein stadje waar we een winkel en McD vonden. Snel een grote cola en hamburger achter de kiezen steken.

Daarna in één ruk door naar Springdale waar we de eerste keer op zoek moesten naar een slaapplaats. Uiteindelijk vonden we in een Best Western nog een kamer. Het bleek wel een gehandicaptenkamer, maar extra veel plaats dus. Toen de man achter de balie zag dat we belgen waren wist hij ons onmiddellijk te vertellen dat Justine Henin verloren had tegen Mauresmo. Onze koffers brachten we eerst naar boven en dan onze stappers aan voor een tochtje door Zion National Park.

Vandaag stond de Zion Canyon Scenic Drive op het programma. Met de auto mag je het grootste deel van deze route niet doen, dus moesten we de Shuttlebus nemen. Gelukkig stopte deze ook aan ons Motel. Vanuit de bus zagen we al prachtige uitzichten over de bergen. De chauffeur deed ook nog een woordje uitleg. Een eerste keer stapten we uit aan Weeping Rock, uit een overhangende rots sijpelt daar water naar beneden. Om tot onder de rots te komen moesten we een steile maar relatief gemakkelijke wandeling maken.

Daarna terug de bus in richting Zion Lodge waar we eerst nog een mooie steile wandeling, de Emerald Pool Trail, maakten. Deze trail liep steil op tot 2 meertjes met kleine watervallen. Het uitzicht op Zion Canyon was op de hoogste punten niet te beschrijven. Het laatste stuk liep heel steil op, over een pad bezaaid met rotsblokken. Gelukkig hadden we het juiste “Food equipment”. Terug aan de Zion Lodge wilden we een fris pintje gaan drinken want dat hadden we wel nodig, maar alles was al gesloten. Dus moesten we terug richting motel.

Na een lekkere douche en een korte powersleep ging het richting Jack’s. Een Social Club vlak bij het hotel. Blijkbaar moet je in Utah lid zijn van het café om er iets te mogen drinken. Omdat we in het Best Western logeerden kregen we de lidkaart gratis. Na twee Heinekens gingen we een welverdiende nachtrust tegemoed.

Hier de foto's!